Ik heb al heel jong gepropageerd dat ik mijn leven niet wilde laten leiden door de migraine. Dat betekende in mijn schooltijd gewoon doorgaan (eerlijk gezegd wist ik niet eens dat stilstaan mogelijk was), dus met een zieke kop en tussen de braakkrampen door examens doen en lessen volgen. Het geluk was aan mijn zijde. Zonder veel moeite lukte het mij opleidingen af te ronden. Evenzo het zoeken van werk. Vrijwel nooit een probleem. Het enige was dat ik met mijn migraine niet zo welkom was op wat toen de kweekschool heette. Dat kon ik me wel voorstellen, want je kunt niet zomaar een klas in de steek laten. Hoe doen jullie onderwijsmensen dat? Mijn bazen waren op dit gebied zeer meelevend en toen de pil kwam probeerde ik de menstruele migraine in het weekend op te vangen.
Ja, dan de periode met kinderen. Daarmee werd de grootste aanval geopend op mijn adagium: ik ben de baas en niet de migraine. Want waar vind je altijd oppas? Ik kan me veel panieksituaties herinneren. Ik kan mij ook een echtgenoot herinneren die hier niet tegen kon en veel geld in het alternatieve circuit stak om mij van mijn hoofdpijn te verlossen. Helaas, veel geld kwijt, maar niet de hoofdpijn. Ik heb echter geen dag spijt van het hebben van kinderen. Zou dit zo weer doen ondanks de problemen. Nu zijn er crèches, misschien is het in deze tijd mogelijk om daar noodopvang mee te regelen.
Op een gegeven moment was ik ook het regelen van de noodopvang (voldoende boodschappen, eten in de vriezer, voldoende schone kleren op elk moment gereed) zat. Echtgenoot heeft de eerste keer vreselijk gemopperd, maar de tweede keer ontdekte hij de chinees en de patatboer. Ik heb hem en onze kinderen daarna niet meer gehoord. De oudste voelde zich wel verantwoordelijk om mijn taken over te nemen, maar daar heb ik snel een stokje voor gestoken.
Ik heb veel vrijwilligerswerk gedaan. Toen de medewerkers in de gaten kregen dat ik een stevige bijdrage kon leveren maar op onberekenbare momenten kon uitvallen, waren ze altijd bereid om voor mij in te vallen. Ik moet wel tot mijn schande bekennen dat ik niet gemakkelijk toegaf dat ik hulp nodig had, dus ik was nog wel eens al brakend met mijn taken bezig en dan moesten anderen mij stoppen. Ik voelde me in die tijd met mijn kwaal wel eens een loser. Ik was niet 'volledig' en legde de lat hoog.
De komst van triptanen betekende een ommekeer. Ik kon vrijuit, dus zonder angst voor migraine, activiteiten plannen en ondernemen. Dat heb ik dan ook gedaan. Wellicht heb ik daarin ook mijn grenzen overschat. Heerlijk vond ik het om te werken en te studeren. Maar een paar jaar geleden kwam er een baas die niet accepteerde dat je wel eens een wat mindere dag had en dan liever eenvoudige klusjes deed. Je moest van hem altijd op je tenen lopen. Nooit was het goed genoeg en het resultaat was dat ik volledig opbrandde. Ik denk dat mijn migraineverleden, waar ik toch erg onzeker was over mijn prestaties, hierbij een rol heeft gespeeld.
Nu zit ik op 56-jarige leeftijd thuis. Ik realiseer me dat ik veel dingen gewoon heb laten gebeuren en vaak geen bewuste keuzes heb gemaakt. Het resultaat is wel dat ik een echtgenoot heb die vanaf het begin de migraine heeft geaccepteerd als horend bij het leven. Twee schatten van dochters heb ik en ik heb mezelf op studie- en maatschappelijk gebied -zoals vrijwilligerswerk- voluit kunnen ontplooien. De andere kant is dat ik me vaak minderwaardig heb gevoeld omdat ik weer eens spelbreker was. Nee, de migraine heeft mijn van nature wankele zelfvertrouwen geen goed gedaan.
Ik realiseer me ook dat ik lang niet het zwaarste geval met migraine ben. Er zullen velen zijn die zo veel last hebben dat ze de kansen niet hebben die ik heb gehad. Tussen de hoofdpijndagen door bleven er nog genoeg leefbare dagen over. Ik wens iedereen het allerbeste.
Hanneke Frugte, Vaassen
Uit Hoofdzaken, het blad van de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten, 1/2005.
Terug naar Ervaringen
Terug naar de Migrainerubriek