De Kriebelaar

Stukjes, gepubliceerd in een blad van een middelbare school ergens in Nederland. 'De Kriebelaar' is een pseudoniem van een (inmiddels oud-)docent.

De Kriebelaar: Terug

In een nostalgische bui besloot ik laatst mijn vorige school, elders in dit land, met een bezoek te vereren. Vanuit de trein keek ik met een zekere weemoed naar het weidse landschap met zijn lange rijen populieren en nevelige verten, naar de plekjes die ik zo goed kende. Daar doemde het statige gebouwencomplex van mijn oude school op. Aan de gebouwen was niets veranderd.
Overspoeld door herinneringen bereikte ik enige tijd later de hoofdingang van de school, alwaar een groepje leerlingen rondhing, dat mij, de nieuweling, koel taxeerde, maar waaraan ik me totaal niet stoorde, omdat het iets van alle tijden is. Ik vervolgde mijn weg naar de lerarenkamer van waaruit zonderlinge geluiden mijn oor bereikten. Het deed me denken aan het leeglopen van een stel fietsbanden. Binnen werd het mij duidelijk, toen ik daar enkele, mij onbekende, leraren aantrof, die, met opgestroopte mouw, druk in de weer waren met het controleren van hun bloeddruk. Eén van hen, die mij met holle ogen aanstaarde, vertelde op mijn vraag dat de gemeente een aantal bloeddrukmeters ter beschikking had gesteld om het lerarenpersoneel de gelegenheid te bieden hij een opkomend gevoel van ,,stress" eigenhandig deze simpele maar zeer doeltreffende medische handeling te verrichten. Nog verbijsterd door dit ongewone schouwspel, vroeg ik met enige aarzeling waar de overige collega's waren. Het was tenslotte koffiepauze. Ik noemde enkele namen van leeftijdgenoten, zonder overigens te onthullen dat ik een oud~collega was. De hologige maakte een afwerend gebaar.
Hij kende de bewuste collega's slechts van naam en met niet te miskennen jaloezie in zijn stem antwoordde hij dat zij met ziekteverlof waren. De jonkies konden het nog wel aan, hoewel ook bij hen vroegtijdige tekenen van slijtage waren waargenomen. Op dat moment knalde de deur open en beende een brutaalogende jongeman binnen. die ons joviaal met "hoi" begroette en aan één van de leraren vroeg of hij het zevende uur naar de lunchpauze kon verzetten, omdat het zesde uur was uitgevallen. Mijnheer Frederikse, want die was het, had daar geen bezwaar tegen en haastig voegde hij er aan toe dat ze dan wat meer tijd voor hun huiswerk zouden hebben. Er verscheen een spottend glimlachje op het gezicht van het jongmens, toen hij zei dat daar, zeker in zijn geval, weinig kans op was, omdat hij die middag moest volleyen en daarna nog een uur moest crossen. ,,Nou ja, vanavond..". "Dan heb ik de Tévé", onderbrak het jongmens zijn goedbedoelende leraar. Het was duidelijk dat hij aangebrand was door deze indringende bemoeizucht en wijzend naar de bloeddrukmeters liet hij er schamper op volgen dat zijn vader het veel drukker had, vaak met klanten moest gaan dineren en menigmaal hele dagen van huis was. Terwijl het gesprek iets onaangenaams kreeg, verwijderde ik mij zo onopvallend mogelijk en begon ik aan een wandeling door de gangen die mij zo vertrouwd waren. Hier en daar wierp ik nieuwsgierig een blik naar binnen. Vele lokalen waren leeg. In één lokaal, waar les werd gegeven, was een natuurkundeleraar bezig een stelling over kracht en weerstand uit te werken. De leerstof werd echter niet gelijkelijk door de leerlingen verwerkt Op de achterste bank werden koortsachtige pogingen in het werk gesteld om met behulp van een schroevedraaier het bovenblad van de bank los te wrikken, terwijl een aan de raamkant gezeten jongeman de geestverrijkende stof in praktijk bracht door, half naast zijn stoel hangend, met zijn volle gewicht aan het gordijn te rukken.
Verderop in de gang was ik er getuige van dat een conrector een groep wachtende leerlingen mededeelde dat een leraar ziek was geworden. Er barstte een soort indianengehuil los en de conrector deed behendig een stap opzij toen de meute langs hem heen denderde. Binnen enkele seconden was de gang uitgestorven, op de conrector na, die lichtgebogen en met vermoeide tred zijn kamer weer opzocht.
Toen de trein het station uitreed en ik mijn blik over het polderlandschap liet gaan, zag ik mijn oude school in de verte verdwijnen en het viel mij die dag voor de tweede keer op dat er aan de gebouwen niets veranderd was.


wordt vervolgd...
Terug naar Pennenvruchten
Terug naar Clara's Boekenrubriek